Menu
    English

    “Ondanks ervaring met geweld zal ik altijd in de zorg blijven werken”

    Heftige verhalen tijdens symposium Geweld tegen Hulpverleners

    06 februari 2020

    Verpleegkundestudent Ifrah Omar kreeg tijdens haar stage te maken met seksueel geweld. Het voorval had grote impact op haar. “Er moet meer aandacht komen voor dit onderwerp”, zei ze op het symposium Geweld tegen Hulpverleners.

    Haar gedachten gaan terug naar twee jaar geleden. Ifrah Omar liep destijds stage in de thuiszorg en was bezig met haar avonddienst, toen ze een 92-jarige man hielp met omkleden. Terwijl ze samen naar zijn kamer liepen, viel de bejaarde man een paar keer bijna. Om zijn val te voorkomen, pakte hij Ifrah beet.

    Na twee keer had ze in de gaten dat haar patiënt zich met opzet liet vallen en haar vastgreep op plekken waar zijn handen niet thuis hoorden. Ze verzocht hem vriendelijk haar hand vast te pakken en haar verder niet aan te raken. “Ik was in shock. Geen moment had ik eraan gedacht dat een man van 92 zoiets zou doen”, vertelt de vierdejaars Verpleegkunde. “Toen ik de kamer uit kwam, heb ik gelijk een paar teamgenoten gebeld om te vertellen wat er was gebeurd.”

    Liefde voor het vak

    Het heeft haar veranderd. Ifrah was altijd vrolijk en open, maar nu neemt ze iets meer aftstand van patiënten. “Ik heb geleerd dat niet iedereen goede bedoelingen heeft. Maar ik heb geen moment gedacht dat ik de zorgsector moet verlaten. Ik wil mensen helpen, dat zit in me. En dat zal ik altijd blijven doen. Mijn liefde voor het vak is te groot om ermee te stoppen.”

    Ze vertelt haar verhaal tijdens het symposium Geweld tegen Hulpverleners op locatie Museumpark. Het is de afsluiter van de gelijknamige minor van Kenniscentrum Zorginnovatie. Het onderzoek dat Ifrah voor die minor deed, laat zien dat ze niet de enige student is die tijdens stages te maken heeft gehad met geweld. Van de 120 respondenten gaf maar liefst 98,5 procent aan dat dit het geval is geweest.

    “Verbaal geweld valt daar ook onder”, zegt Ifrah. “Voor 20 procent geldt dat ze te maken hebben gehad met fysiek geweld. Uit ons onderzoek blijkt dat studenten het vaak ‘aanvaarden’, omdat het gaat om bijvoorbeeld psychiatrische patiënten of dementerenden. Toch geeft ook een groot deel van de respondenten aan te stoppen met de opleiding vanwege het risico op geweld. Heel erg zorgelijk. Daarom vind ik dat er meer aandacht moet komen voor geweld tegen hulpverleners en hoe we ons daar tegen kunnen wapenen en hoe we ermee kunnen omgaan.”

    Dus is ze blij met initiatieven als het symposium Geweld tegen Hulpverleners, ter afsluiting van de minor. “Verder zou het goed zijn als omgaan met geweld een verplicht vak wordt, voordat studenten op stage gaan.”

    Ze begint te fluisteren, want inmiddels is het muisstil in de zaal. De bezoekers hangen aan de lippen van Hans de Vries. Hij is ambulanceverpleegkundige en heeft verschillende vervelende ervaringen met geweld tijdens zijn werk. “Tijdens het voorbereiden van deze presentatie kreeg ik weer een brok in mijn keel.”

    Bedreiging

    Hans neemt zijn toehoorders mee naar een nachtdienst, die hij nooit meer zal vergeten. “Het was een uur of 3. Samen met een collega deed ik op een stoel een tukkie, totdat we een spoedmelding binnen kregen. Er was sprake van een vechtpartij, waarbij iemand zwaar gewond was geraakt door een messteek. Toen we ter plekke kwamen, werd onze ambulance door twee groepen ingesloten. Ik voelde direct dat het mis was. De mensen van de ene groep riepen dat de man op de grond dood moest en de andere groep schreeuwde dat hij juist moest blijven leven. Later bleek het nota bene de zoon van het slachtoffer te zijn die ons bedreigde. Terwijl we zijn vader probeerden te helpen…”

    Met gevaar voor eigen leven legden Hans en zijn collega het slachtoffer op een brancard en reden hem naar de ambulance. Eenmaal in de wagen, zag Hans dat er mensen op hen kwamen afgerend. Zonder de achterdeur te sluiten reed de ambulance richting ziekenhuis. De omstanders schreeuwden dat ze ‘ze daar wel te pakken zouden krijgen’.

    “We waren net op tijd in het ziekenhuis, vlak daarna werd er door een van die gasten op de deur gebonsd”, vertelt Hans. “Hij riep dat hij eerst de deur kapot zou slaan en daarna mij. Er bleken enkele criminelen tussen te zitten, van wie er eentje in de gevangenis had moeten zitten en een ander vuurgevaarlijk was. Het heeft ervoor gezorgd dat ik altijd goed om me heen kijk als ik in dat gebied aan het werk ben.”

    Het duurde een maand of drie voordat de ambulanceverpleegkundige het incident enigszins had verwerkt. “Natuurlijk heb ik er wel eens aan gedacht om ermee te stoppen. Maar de positieve kant van mijn werk is me veel te lief. Mensen helpen is het mooiste dat er is, zeker als ze je achteraf bedanken. Ik wil de studenten dan ook meegeven dat ze zich vooral op de positieve kant van het vak moeten richten. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we onze ogen moeten sluiten voor geweld. Integendeel. Daarom vind ik het heel goed dat er zoiets bestaat als een minor Geweld tegen Hulpverleners. Zo worden studenten voorbereid op de minder leuke kanten van ons vak en staan ze sterker in hun schoenen.”

    Even verderop staat Ifrah op en trekt haar witte T-shirt recht. Ook alle andere studenten Verpleegkunde dragen het. Op de achterkant staat: Doe niet zo laf, blijf van hulpverleners af!