Binnen het tweejarig project werkten leraren samen in vijf ontwerpteams. Ze verdiepten zich in wetenschappelijke theorieën, wisselden praktijkervaringen uit en ontwikkelden concrete en praktische oplossingen. Wat begon als een pilot met een handvol scholen, groeide uit tot een netwerk van betrokken professionals die het leren van leerlingen én van zichzelf serieus nemen. Een gesprek tussen Jelmer Bouma, Kenneth van der Veere en Ineke Vermeulen – drie professionals die het experiment aandurfden én doorgroeiden.
Van olievlek tot impact
Het begint met een kleine groep en een duidelijke ambitie. Jelmer, leerkracht in het primair onderwijs, was één van de eersten die zich aansloot bij het MOZAIC-project: “We begonnen met twee scholen. Samen verdiepten we ons in de theorie, wisselden we ideeën uit en ontwikkelden we concrete materialen voor in de klas. Ik heb bijvoorbeeld een poster gemaakt met pictogrammen die leerlingen helpen om zélf eerst na te denken voordat ze de leraar vragen stellen. Die hangt er nog steeds.”
Poster gemaakt door Jelmer Bouma
Die praktijkgerichte aanpak blijkt essentieel. Zelfregulerend leren is geen abstract idee, maar vraagt juist om duidelijke stappen en visuele ondersteuning. Kenneth, leraar in het voortgezet onderwijs en die ook als teacher leader zijn collega’s in het ontwerpteam begeleidde, herkent dat: “Wij werkten met meerdere vakgroepen. Van kunst tot aardrijkskunde. Iedereen gaf er zijn eigen draai aan, maar met hetzelfde doel: leerlingen helpen het leren zelf te sturen.”
Zelfregulatie komt niet vanzelf
Het grootste misverstand over zelfregulerend leren? Dat leerlingen het ‘gewoon doen’ als je ze vrijheid geeft. Dat werkt niet, stelt Ineke, leraar-onderzoeker en ook teacher leader van een van de ontwerpteams. “Als je wilt dat leerlingen leren plannen of reflecteren, dan moet je dat expliciet aanleren. Je moet het voordoen, samen oefenen, en daarna pas loslaten.” Binnen MOZAIC werd daarom bewust gekozen voor een aanpak waarin deze vaardigheden concreet en systematisch werden aangeleerd. Denk aan visuele hulpmiddelen in de klas, zoals stappenposters die leerlingen helpen om eerst zelf na te denken voordat ze hulp vragen. Of rubrics die duidelijk maken hoe een goede reflectie eruitziet.
Juist die bewustwording – dat het leren van leren een vaardigheid op zich is – was een belangrijke opbrengst van het traject. Of zoals Jelmer het zegt: “Veel leraren realiseren zich pas later hoeveel invloed ze hebben op het zelfregulerend vermogen van hun leerlingen.”
Als we leerlingen willen voorbereiden op een leven vol keuzes, moeten we hen leren hoe ze leren en dat begint bij onszelf.
Leren als netwerk: van individuele docenten naar schoolteams
Een krachtig onderdeel van het project was de interdisciplinaire samenwerking tussen leraren en teacher leaders, uit zowel primair onderwijs als voortgezet onderwijs. Die samenwerking bracht niet alleen nieuwe inzichten, maar ook energie en draagvlak. In plaats van top-down implementatie, werd gewerkt vanuit gedeeld eigenaarschap en professionele nieuwsgierigheid. Wat begon als een klein project, groeit langzaam uit tot een netwerk. De bekende “olievlekmetafoor” keert regelmatig terug: “Vaak begint het met enkele enthousiastelingen – soms zelfs maar één – binnen een school. Die weten hun team te inspireren en worden daarbij geregeld gesteund door een directie die gaandeweg ook enthousiast raakt (een cruciale voorwaarde voor verdere verspreiding). Goede ervaringen vinden vervolgens hun weg via directieberaden binnen stichtingen of tijdens gezamenlijke studiedagen,” aldus Ineke. “Maar het blijft kwetsbaar zolang het van een paar mensen afhangt.”
Continuïteit in schoolleiding en personeelsbezetting blijkt dan ook een voorwaarde voor succes. Als je vernieuwing wilt, heb je stabiel leiderschap nodig. En focus. Te veel speerpunten maakt alles ondiep. Toch zijn de eerste resultaten hoopgevend. Scholen tonen meer interesse, presentaties trekken volle zalen en het gesprek over zelfregulerend leren leeft.
Een paar jaar geleden kregen we niemand mee. Nu moeten we tegen scholen zeggen: wacht even, er is geen plek meer in de pilot.
Kansen voor de toekomst: verankeren in het curriculum
De volgende stap is verankering. Niet als tijdelijk project, maar als structureel onderdeel van het curriculum én de lerarenopleiding. Scholen die het project met meerdere collega’s oppakten, en waarin ruimte werd gemaakt voor gezamenlijke reflectie en experiment, zagen de meeste impact. In plaats van afhankelijk te zijn van één bevlogen leraar, ontstonden daar gedeelde ambities en gedeeld eigenaarschap.
Ook in het voortgezet onderwijs is winst te behalen. Kenneth: “We moeten af van het idee dat een teacher leader een kostenpost is. Dit is investeren in de kwaliteit van leren. En dus in gelijke kansen.”
Leerlingen die van huis uit minder ondersteuning krijgen, hebben juist baat bij onderwijs waarin zelfregulatie expliciet en zorgvuldig wordt aangeleerd. “Je doorbreekt ongelijkheid als je kinderen leert plannen, reflecteren en keuzes maken,” zegt Jelmer. “Dat heeft een enorme impact.”
Op de pabo mag dit steviger landen, zelfregulerend leren moet gezien worden als een kernvaardigheid voor leraren – net zo belangrijk als didactiek of pedagogiek.
Hoe nu verder? Bouwen aan een lerend netwerk
De wens voor de toekomst is helder: doorgaan, verdiepen, verbreden. En vooral: samen blijven leren.
“We willen een netwerk waarin leraren elkaar blijven opzoeken, bevragen en inspireren,” zegt Ineke. “Niet omdat het moet, maar omdat het werkt.” Of zoals Kenneth afsluit: “Dit moet niet afhangen van één bevlogen docent. Je hebt een cultuur nodig waarin leren – ook voor leraren – vanzelfsprekend is.”
Meer info over zelfregulerend leren in de praktijk?
Het onderzoeksproject MOZAIC richtte zich op het versterken van zelfregulerend leren in het primair en voortgezet onderwijs. Gedurende het traject kwamen leraren van verschillende scholen bij elkaar in ontwerpteams. Daar onderzochten ze hoe ze – op basis van theorie én praktijk – het leren van hun leerlingen konden verdiepen. Dat deden ze niet alleen door kennis uit te wisselen, maar ook door samen lesmateriaal te ontwerpen, uit te proberen en te verbeteren.