Menu English

Ontmoeting 167 | Het jaar na die onwezenlijke stilte aan die onwerkelijk grote tafel

Eén jaar na die onwezenlijke stilte aan die onwerkelijk grote tafel. Een terugblik...

Het is er stil. Onwezenlijk stil. Niet de stilte van voor de storm die gaat komen, niet de stilte na de storm die geweest is. Het is de stilte van het ongewisse. We kennen de storm niet.

De ruimte wordt in beslag genomen door een enorme tafel. Imposant qua ontwerp, niet altijd ideaal als je verbinding zoekt. Maar de tafel is bij ons gaan horen en ook de ruimte is een symbool. Het is de ruimte waar beslissingen genomen zijn die de wereld een klein beetje veranderd hebben, in ieder geval wat ons voedingspatroon betreft. Hier vergaderde ooit de top van Unilever, toen ons gebouw aan het mooie, Rotterdamse Museumpark nog in handen was van die ontluikende multinational. 

Nu vergaderen wij er, het Centraal Crisismanagementteam (CCMT), in januari ingesteld om gecoördineerd (én voorzien van goede, eenduidige communicatie) te kunnen optreden. Dat dat nodig was begrepen we voor het eerst toen we ons realiseerden dat onze studenten in het buitenland wel eens in de problemen zouden kunnen komen als gevolg van wat toen nog alleen in China gaande was: het coronavirus. De vergadering eindigt in een ongewisse stilte. 

Mijn voorgangers hebben besloten de vergaderzaal te vernoemen naar een mevrouw Tine van der Veen, een secretaresse die belangrijk is geweest voor de hogeschool en die plotseling overleden is. Een betere illustratie van het feit dat ook de ‘kleine’ beslissingen van groot belang zijn, kun je niet krijgen. De gesprekken die hier gevoerd worden, de besluiten die worden genomen, hebben mogelijk minder een effect op de wereld, zijn net wat kleiner van formaat, maar zijn niet minder van belang. En kunnen heel indringend zijn.

Later die ochtend praten we de directeuren bij. Op anderhalve meter past dat alleen in onze Symposiumzaal, waardoor het meer aanvoelt als een absurdistische theatervoorstelling dan als een overleg. Het is ook geen overleg. Het is een litanie van mededelingen over wat we gaan doen. Beter gezegd: wat we niet meer gaan doen. De paar mensen die nog op locatie aanwezig zijn, ronden de laatste dingen af, pakken hun spullen en gaan naar huis. Niemand weet voor hoe lang.

De hogeschool gaat dicht

16 maart 2020. Het CCMT vergadert voor het laatst op locatie in de Tine van der Veenzaal, met anderhalve meter tussen de deelnemers. Dat dat kan, is weer het voordeel van die immense tafel. Het is een onwerkelijke setting op deze maandagochtend, nadat eind vorige week al het fysieke onderwijs abrupt moest worden opgeschort. Ondertussen nemen we een aantal heftige besluiten: we zetten het onderwijs om naar online, het bsa wordt geschrapt en alle studenten in het buitenland worden teruggehaald.

Langzaam maar zeker vult het stille vacuüm zich. We verplaatsen onze fysieke wereld naar de virtuele. Met welhaast militaire precisie voltrekt zich dat, zonder dat de ‘legerleiding’ instructies hoeft uit te delen, behalve de aankondiging dat we online gaan. Mensen gaan dingen doen. Het gevoel dat we iets moeten doen, dat we studenten onderwijs moeten bieden, dat de wereld door moet draaien, is in feite de instructie die ons ‘aanzet’. Het is fascinerend. We delen foto’s met elkaar van werkkamers die meer of minder omgebouwd zijn tot studio’s, digitale centra, ‘kantoortjes’ waarbij de vergaderzaal is omgebouwd naar het scherm: we vergaderen met Teams, Zoom, …. We voorzien het van bewonderende teksten, loven de weerbaarheid die we met zijn allen tonen, schreeuwen de trots van de daken.

De hogeschool is en blijft open, maar wel online

8 april 2020. Hogeschool Rotterdam Online is in razend tempo aan de slag gegaan met het omzetten van het onderwijs naar online. Er ontstaat een publieke discussie over het gebruik van proctoring: surveillance via de webcam. In het CCMT nemen we het principebesluit om niet aan proctoring te doen, behalve in de vorm van gecontroleerde experimenten. We publiceren het online magazine Toetsen op Afstand waarin beschreven wordt hoe online toetsing kan worden vormgegeven. Vooruitkijkend naar een periode waarin we weer verder open kunnen, vragen we een aantal collega’s om scenario’s te ontwikkelen voor fysiek onderwijs en toetsing op 1,5 meter.

Weerbaarheid en trots blijven sleutelbegrippen, maar het palet verbreedt zich. De zomer komt eraan. De adrenaline van het voorjaar wordt deels ingeruild voor de vrijheidsdrang op weg naar de zomer. De metaforen verschieten van kleur. We hebben het over licht aan het einde van de tunnel, de kreet ‘volhouden’ wordt ingeruild voor ‘nog even volhouden’. Voor het eerst lijkt er een discrepantie te gaan ontstaan tussen de ‘echte’ werkelijkheid en de werkelijkheid zoals we haar graag zien; niet alleen in onze woorden, ook in ons gedrag. Optimisme en verlangen naar het einde worden onderdeel van onze taal, terwijl de werkelijkheid achterblijft bij dat optimisme. Terwijl het perspectief achter de horizon verdwijnt wordt het verlangen daarnaar groter. Het antwoord wordt minder een schets van het perspectief maar veeleer het eerlijke verhaal.

De hogeschool zal gedurende langere tijd leunen op online-onderwijs

19 augustus 2020. De opluchting is van korte duur. De besmettingscijfers nemen weer toe, vooral in de grote steden. Dat betekent dat de introductie van nieuwe studenten onder strenge voorwaarden moet plaatsvinden en dat voor iedere afzonderlijke activiteit – 193 in totaal voor de hele hogeschool – toestemming aan de veiligheidsregio moet worden gevraagd. Nog voordat het studiejaar echt is begonnen, brengen we de boodschap dat we ervan uit moeten gaan dat we het hele komende studiejaar nog grotendeels online zullen moeten werken en studeren. De boodschap komt hard aan bij medewerkers en studenten.

De crisis verliest op enig moment haar eenduidigheid. Ze lijkt te blijven hangen in een schemergebied van op- en afschalen. De landelijke communicatie krijgt een wat repeterend karakter. Er ontstaat een zekere ‘praatprogramma-vermoeidheid’. Er wordt – bijvoorbeeld – heel wat afgepraat over mondkapjes. De communicatie op landelijk niveau verliest wat van haar eenduidigheid, de vanzelfsprekend van de opdracht van het eerste uur verdwijnt. Het is zoeken naar de toon, zowel in het richting geven als in het duiden van onze gemoedstoestand. De beleving van deze crisis begint erg uiteen te lopen, bij studenten, bij medewerkers. Groepen mensen redden zich, groepen mensen beginnen het echt moeilijk te krijgen. Het is een periode waarin een appèl op discipline en regels toch weer meer nodig is.

De hogeschool scherpt de regels aan en schaalt af

7 oktober 2020. Het aantal besmettingen stijgt gestaag door en het kabinet kondigt aanscherpingen aan. De overheid adviseert het dragen van mondkapjes, maar omdat het geen verplichting is, is dit advies moeilijk te communiceren en vrijwel niet te handhaven. Het CCMT besluit, met instemming van de Centrale Medezeggenschapsraad, om als eerste Nederlandse hogeschool een mondkapjesplicht in te voeren in de gebouwen van de hogeschool.

16 december 2020. Na een relatief stabiel beeld in het najaar stijgt het aantal besmettingen in december opeens sterk. Vanaf 16 december, vlak voor de kerstvakantie, gaat een lockdown in, waardoor alleen nog praktijkonderwijs, toetsing, afstuderen en begeleiding op locatie zijn toegestaan. Al het andere onderwijs moet online plaatsvinden. Studenten die thuis geen geschikte studieplek hebben, kunnen via een reserveringssysteem voor zelfstudie op de hogeschool terecht.

Iedereen ziet op straat de vermoeidheid om de regels in acht te nemen. De grondregel, de anderhalve-meter, staat onder druk. De oproepen van Rutte, De Jonge en Van Dissel beginnen iets wanhopigs te krijgen. Binnen de hogeschool valt het eigenlijk best mee, maar ook onze toezichthouders moeten soms corrigerend optreden. Maar ook bij ons neemt de vermoeidheid toe, evenals de irritaties. Het wordt moeilijker de gemeenschap eenduidig aan te spreken. Wat de een plezierig vindt, stoort de ander. Dus kiezen we ervoor minder het centrale geluid te laten horen en meer het decentrale. Zo is maatwerk en intimiteit in de communicatie beter geborgd. Daarnaast vindt een herwaardering van het online onderwijs plaats. In zijn nieuwheid ontdekten wij het potentieel, naarmate de crisis vordert zien we de beperking. Het verlangen is groot om in rust het nieuwe onderwijs – het onderwijs dat we in het najaar willen gaan geven - te doordenken. Onderwijs waarin we zowel dat wat we missen een plek geven als datgene wat we ontdekt hebben, verenigd in een goed doordacht ontwerp. Het frustreert wat dat het schijnbaar permanente op- en afschalen ons die rust niet gunt.

De hogeschool gaat soms helemaal dicht, maar blijft zorgzaam

23 januari 2021. De avondklok gaat in. De gebouwen van de hogeschool gaan daarom eerder op de avond dicht. Voor toetsen die ’s avonds plaatsvinden geldt een uitzondering op de lockdown. Echter vanwege de hevige rellen die in de eerste avonden plaatsvinden, ook in Rotterdam, besluit het CCMT om de eerste week de gebouwen ’s avonds helemaal gesloten te houden.

10 februari 2021. Al het hele studiejaar worden studenten opgeroepen om niet naar de hogeschool te komen als corona-klachten hebben of in quarantaine moeten, ook niet als ze een toets op locatie hebben. Om te zorgen dat studenten hierdoor geen toetskans mislopen besluit het CCMT, in overleg met de instituten en de examencommissies, om aan het eind van het studiejaar voor deze studenten een extra toetskans aan te bieden.

Het decor waarin we werken verandert. Landelijk schuiven elke avond lobbyisten aan bij Jinek en Op1 om te pleiten voor meer openheid. Er lijkt een parallelle werkelijkheid te ontstaan, waarbij het verlangen naar openheid niet meer te beteugelen is met de beelden van de echte werkelijkheid. In deze ambigue werkelijkheid klinkt ook het geluid dat er meer ruimte moet komen voor het hoger onderwijs, terwijl de besmettingen in die leeftijdscategorie oplopen. Meer ruimte voor studenten is belangrijk, maar bij voorkeur niet in de zoveelste schuifbeweging op het mengpaneel dat op- en afschalen heet. Het niet meer effectieve ‘even volhouden’ vraagt om een doorkijkje naar de toekomst. In de huidige collectieve gemoedstoestand is een langetermijnperspectief – dat overigens goed te maken is – te prefereren boven het snelle opschalen op de wat kortere termijn. En dat perspectief is goed te modelleren, om maar eens in het jargon van het RIVM te spreken, extrapolerend wat de vaccinatie gaat doen en het sneltesten aan potentieel heeft. In het najaar gaan onze gebouwen leven!

De hogeschool gaat open in het najaar

8 maart 2021. In de persconferentie kondigen (demissionair) minister-president Rutte en minister De Jonge aan dat het hoger onderwijs waarschijnlijk vanaf 29 maart weer verder open kan, met een perspectief op verdere openstelling als het vaccinatiebeleid en de ervaringen met sneltesten dat mogelijk maken. Aan dat laatste draagt de hogeschool bij door samen met de Erasmus Universiteit, het Erasmus Medisch Centrum en het Albeda College in een pilot met sneltesten te participeren. De instituutsdirecteuren denken ondertussen vast na over het volgende studiejaar en houden daarbij ook rekening met de kans dat de 1,5 meter-maatregel op termijn wordt opgeheven en we eindelijk weer volledig op de locaties terechtkunnen.

Ik denk niet dat ik snel dat ijzig stille moment in de Tine van der Veen Zaal zal vergeten. Ook ik wist toen niet wat ging komen, dat deze crisis minimaal een jaar zou gaan duren. Ik had toen ook geen idee van de brede schakering van emoties die de crisis zou oproepen, waar we ook nu nog midden in zitten. En ook ik vind van alles van wat er gaande is en merk dat het mijn leven raakt. Het is lang geleden dat ik mijn kleindochter in mijn armen heb gehad. Maar door die soms verwarrende sentimenten heen voel ik me bevoorrecht door de luxe en warmte om me heen én, voel ik trots. Dat is geen trots die ontkent dat het voor veel mensen een heel moeilijk jaar is geweest, dat is niet de trots dat we koste wat kost hebben willen voorkomen dat studenten geen achterstand hebben opgelopen, maar de trots dat we in moeilijke omstandigheden samen overeind zijn gebleven en de hogeschool op een betekenisvolle manier draaiende hebben weten te houden.

Trots op die docent die elke dag weer thuis zijn lessen mooi verzorgt maar dan nog steeds tegen zwarte schermpjes aankijkt, trots op de student die een nieuw ritme heeft proberen te vinden en de grootste last draagt van deze crisis, de ICT’er die plotseling in het midden van de branding is komen te staan en hele lange dagen maakt, de man of vrouw van facilitaire zaken die maar aan het sjouwen blijft omdat we de boel regelmatig omgooien, de leidinggevende die ook op afstand probeert te zorgen voor zijn of haar mensen, de onderzoeker die onder totaal andere omstandigheden op zoek is blijven gaan naar het antwoord op de onderzoeksvraag, de collega die geen keuze had en niet thuis kon werken, ook al vond hij of zij het spannend, waaronder de toezichthouder, die ons onvermoeibaar herinnert aan onze eigen regels.

We hebben inmiddels de stilte van ons afgeschud. En wat we misschien nog wat weinig zien: we zijn nog nooit zo dicht bij een toekomstperspectief geweest als nu. Als we goed kijken, weten we wat er gaat gebeuren. We gaan vol open, ergens in het najaar.

Deze blog is geschreven samen met Metten Knüppe, secretaris van het CCMT