Vandaag ontving het assessment center het kwaliteitskeurmerk van accreditatieorganisatie Hobéon, wat wil zeggen dat de assessments aan de hoogste kwaliteitsstandaarden voldoen. Het is een voortzetting van het keurmerk in feite, want het asssessmentcentrum ontving het keurmerk voor het eerst in 2014. “Een opleiding wordt eens in de zes jaar beoordeeld, maar bij een assessmentcentrum wordt eens per drie jaar gekeken of het nog aan de kwaliteitscriteria voldoet. Het werkveld verandert snel, waardoor we ook snel moeten inspelen op veranderende competenties en inzichten”, zegt een trotse Peter Wildschut, coördinator van het centrum.
Expertisecentrum
Inmiddels beschikken de meeste hogescholen over een eigen assessmentcentrum maar dat van de hogeschool was één van de eerste en toonaangevend in Nederland. Het assessmentcentrum van IvL is uitgegroeid tot een expertisecentrum, de collega’s hebben inmiddels zoveel up-to-date kennis vergaard dat zij internationaal als spreker optreden op congressen en gesprekspartner zijn op het gebied van internationale innovatie op het gebied van assessments in het onderwijs. Met collega’s van hogescholen Windesheim en Hogeschool Utrecht buigen zij zich over standaardisatie van werkwijzen, zodat assessoren overal in Nederland per hogeschool uitwisselbaar zijn. Ook nieuwe manieren van beoordelen, zoals een ‘holistisch’ assessment in plaats van het gebruikelijke beoordelen op competenties. Peter Wildschut: “Al onze kennis en ervaring is beschikbaar voor geïnteresseerden binnen en buiten de hogeschool. Maak er gebruik van!”
Wat doet een assessmentcentrum in het onderwijs?
Stel, je wilt les gaan geven op de hogeschool en je beschikt over de benodigde vakkennis, dan kun je docent worden toch? In principe wel, je moet dan in elk geval nog trainingen volgen op het gebied van didactiek en examinering. Of je na deze trainingen ook een definitieve aanstelling kunt krijgen als docent, bepaalt een assessment, genaamd ‘Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB)’. Zonder BDB geen aanstelling. Maar ook als je al wel een onderwijsgraad hebt, doe je een assessment, dat is de basisdocentkwalificatie BKE.
De assessments bestaan uit een portfolio dat je zelf moet inrichten met 'bewijssstukken' waaruit je geschiktheid voor het docentenvak blijkt. Het portfolio wordt beoordeeld door assessoren. En die heeft de hogeschool dus zelf in huis. De hogeschool heeft nog ongeveer 1.500 docenten in dienst die de basisdocentkwalificatie BKE nog moeten behalen, waar ze tot 2021 nog de gelegenheid voor krijgen.
Externe assessments en opleiding van assessoren
Naast collega’s van de hogeschool beoordeelt het centrum ook externen. Het gaat op dit moment om een aankomende studenten voor de masteropleidingen van het instituut voor Gezondheidszorg, die de master willen gaan doen terwijl ze geen hbo-opleiding hebben afgerond. Als uit assessment blijkt dat ze over het benodigde hbo werk- en denkniveau beschikken, kunnen ze toegelaten worden.
Verder beoordelen de collega’s ook een grote groep leraren in opleiding van de lerarenopleidingen zelf. Dat gebeurt op twee momenten in de opleiding: na de zogenoemde LIO-stage (leraar in opleiding) en om vast te stellen of de student de arbeidsmarkt op kan – de kwalificatie ‘startbekwaam’. Dit doet een assessor van de hogeschool samen met een beoordelaar van de school waar de student stage loopt of werkzaam is. Deze externe beoordelaar is vaak ook opgeleid door het assessmentcentrum, want ze verzorgen ook een basisopleiding voor assessoren. Ook bijvoorbeeld leden van examencommissies volgen die training, want dan kunnen zij betrokken zijn bij het beoordelen van instromende docenten bij hun opleiding.
Competenties
In de assessmentvormen die IvL hanteert worden deelnemers beoordeeld op in totaal zeven landelijk vastgestelde docentcompetenties. Denk bijvoorbeeld aan pedagogische en didactische vaardigheden. Maar ook samenwerken, je eigen werk organiseren en kunnen reflecteren op het eigen kunnen zijn belangrijk. Studenten kunnen de eindtermen vooraf bekijken, zodat ze weten aan welke competenties ze moeten voldoen en zelf een inschatting kunnen maken hoe ver ze daar vanaf staan.