Vanuit maatschappelijke waarden vindt de hogeschool het belangrijk dat deze groep niet gedupeerd wordt door een systeemfout. Vanwege hun financiële situatie betalen ze het reguliere wettelijke collegegeldtarief en niet het instellingstarief. Het College van Bestuur kwam tot dit besluit na een oproep van het Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt.
Onbeperkt werken aan je toekomst
Bestuurslid Wijnand van den Brink legt uit waarom: "Dit is geen gemakkelijk besluit, want het proces is zeer kwetsbaar en bevindt zich in een zeer ingewikkeld juridisch speelveld. We constateren dat de huidige wet- en regelgeving onvoldoende is ingericht om deze groep jongeren te faciliteren. Hierdoor lopen ze tegen veel gesloten deuren aan en worden ze drastisch in hun ontwikkelingsmogelijkheden beperkt. We willen voorkomen dat deze jongeren hiervan de dupe worden en ze de kans bieden om via het hoger onderwijs aan hun toekomst te werken."
Maatschappelijke plicht
De hogeschool schrijft deze jongeren in voor een opleiding, hoewel ze nu nog niet over een studieverblijfsvisum beschikken. We gaan hen helpen, met maatwerk, om dit studieverblijfsvisum zo snel mogelijk aan te vragen. De hogeschool neemt daarmee het risico dat deze jongeren zonder geldige papieren aan hun studie beginnen. We vinden het echter onze maatschappelijk plicht om te zorgen dat deze groep jongeren niet buitengesloten wordt, maar dat zij hun potentieel ten volle kunnen benutten. Daar heeft de maatschappij ook baat bij. Zeker gezien de krapte op de arbeidsmarkt in bepaalde sectoren.
Om die reden gaat het CvB hierover in gesprek met verschillende partners en stakeholders zoals het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Welzijn, de Vereniging Hogescholen, Gemeente Rotterdam en de Immigratie en Naturalisatiedienst en met collega hogescholen. Van den Brink: "Het is belangrijk dat we het gesprek voeren over de onzekere situatie van deze groep jongeren, zodat we gezamenlijk tot een structurele oplossing voor hen komen."