"Het is goed dat de minister zich hard maakt voor de toegankelijkheid en wil beperken dat de BSA door instellingen als selectie-instrument wordt ingezet, want daar is het ook niet voor bedoeld. Ingrijpen door een landelijke uniforme norm op te leggen ontneemt opleidingen echter de ruimte voor vernieuwende onderwijsconcepten die een hogere normering vereisen.
Onze ervaring leert dat niet alle opleidingen en studenten gebaat zijn bij uniformering van de BSA-norm, maar dat als er samenhang is tussen het gekozen onderwijsconcept en een daarop aangepast BSA-beleid, dit een positief effect heeft op studentmotivatie en studierendement.
Ook moeten we ervoor waken dat een verlaging van de BSA-norm niet oneigenlijk wordt opgelegd als lapmiddel tegen problematiek die zijn oorsprong voor een belangrijk deel vindt in het huidige leenstelsel. De effecten van het leenstel trekken (ook) een zware wissel op toegankelijkheid en studiesucces. Recent blijkt eveneens de stress die studenten ervaren. Daar wordt met een uniformering en verlaging van de BSA aan voorbij gegaan.
Als hogeschool kijken wij zelf ook naar de effecten van de BSA op het studiesucces. Om die reden hebben wij een commissie Studiesucces, onder leiding van lector Ellen Klatter de opdracht gegeven om onderzoek te doen naar welke maatregelen een positief effect hebben op het studiesucces. In het najaar verwachten we de uitkomsten van dit onderzoek en nodigen de minister van harte uit om hierover in gesprek te gaan."
BSA-normering Hogeschool Rotterdam
Hogeschool Rotterdam hanteert bij de opleidingen een norm van 48 studiepunten, uitzondering daarop zijn de opleidingen Commercieel Management en Industrieel Product Ontwerpen waar een BSA-norm wordt gehanteerd van respectievelijk 60 en 52 studiepunten. De eerste onderzoeken tonen dat een hogere BSA-normering, in combinatie met daarbij passende pedagogische en didactische maatregelen bij deze opleidingen een positief effect heeft op het studiesucces.