Menu
    English

    De hogeschool als 'tussenruimte' naar de moderne samenleving

    Samenvatting essay Ron Bormans en Izaak Dekker

    29 augustus 2016

    Wat is het bestaansrecht van een grote hogeschool in de maatschappij van de toekomst? Grote hogescholen hebben de mogelijkheid veel verschillen onder een dak te verenigen. Studenten leren er hun horizon te verbreden en onderdeel te zijn van een omvangrijke, diverse populatie. Lees hier het essay.

    Download het essay 

    Juist wanneer verschillen onder spanning staan en bijvoorbeeld een ontploffing in Turkije nasiddert in Rotterdam is het aan de school om studenten hiermee te leren omgaan. Hiervoor moet de school een autonome plek zijn met een eigen pedagogiek, specifieke regels en gedeelde taal. Daar hoort een centrale positie bij voor de professionals die samen in een horizontale relatie en vanuit autonomie de kwaliteit van het onderwijs waarborgen.

    Nieuwe vormen van gemeenschappelijkheid

    Hogeschool Rotterdam heeft te maken met een studentenpopulatie die erg divers is en dat alleen maar nog meer wordt. Daarnaast veranderen veel beroepenvelden waarvoor we opleiden drastisch. We staan in beide gevallen voor de uitdaging een nieuwe vorm van gemeenschappelijkheid te vinden, zonder dat we geforceerd proberen te uniformeren. 

    Dat deze gemeenschappelijkheid onder druk staat en dat het verschil uit de buitenwereld ook binnendringt is voelbaar wanneer politieke onrust, zoals in Turkije, overslaat naar Nederland en in het bijzonder naar Rotterdam. We moeten ons rekenschap geven van het antwoord dat we willen geven op het onbegrip tussen bevolkingsgroepen, dat zorgwekkende vormen aanneemt.

    De gemeenschappelijkheid die we als grote hogeschool kunnen bieden is gebaseerd op een soort spelregels waarbinnen iedereen een ‘warme uitwedstrijd’ speelt. Denk hierbij aan wat soms in international classrooms al lukt. Studenten worden voorbereid op een internationale samenleving doordat ze samenwerken met studiegenoten van andere nationaliteiten, verschil is het uitgangspunt. Zij krijgen een ruimere blik doordat ze in contact komen met andere manieren en gebruiken. De studenten delen dezelfde desoriëntatie waarbij ze niet kunnen leunen op een standaard meerderheid.

    Spelregels

    De gelijkwaardige en nieuwsgierig respectvolle interactie in het voorbeeld van een international classroom is geen vanzelfsprekendheid. Willen we dit bieden aan de diverse populatie in onze klassen dan moeten we de juiste context creëren met behulp van een grondwet c.q. spelregels. Zoals de pacificerende of democratische spelregels, die gaan over respect voor elkaar, elkaars religie, sekse en cultuur. 

    Of regels die een beroep doen op ons verantwoordelijkheidsgevoel. Iedereen mag zichzelf zijn, maar moet ook verantwoordelijkheid dragen voor het geheel. En dan zijn er methodologische spelregels, die raakvlakken hebben met de methodologische regels uit de wetenschap: uitspraken moet je kunnen onderbouwen met argumenten. Ten slotte zijn er regels met een aansporend of pedagogisch karakter, waarbij studenten ook worden aangemoedigd voor zichzelf te denken en anderen aan te spreken. Door te durven afwijken van de ‘regel’ en actief in gesprek te gaan, vragen te stellen en zich te spiegelen aan de ander, aan zijn of haar cultuur.

    Het verschil als uitgangspunt

    Niet alleen in de samenleving, maar ook in de hogeschool hebben we zo’n ‘grondwet’ nodig. Juist in een polariserende samenleving waarin cultuurrelativisme - ‘Dat is jouw mening’ - en monisme, waarbij slechts sprake is van één waarheid, lijnrecht tegenover elkaar staan. Zowel het racisme richting Nederlanders met migrantenachtergrond als het negeren van het democratisch tekort bij radicaliserende minderheidsgroepen is hier een uitwas van. Als hogeschool willen we hier tegenover een pluralistische pedagogiek stellen. Deze pedagogiek neemt het verschil als uitgangspunt en voorwaarde maar dwingt ook tot discussie en beargumenteerde compromissen.

    Als we dit als hogeschool als onze taak zien betekent dat dat we zoals pedagoog Gert Biesta ook stelt verder gaan dan louter leren of kwalificatie. Het is ons te doen om het onderdeel worden van een schoolgemeenschap als oefening voor de maatschappij, maar ook om de subjectivering van onze studenten. Stimuleren de docenten studenten ook zelf kritisch na denken en stelling te nemen? 

    Bezieling

    Wat betekent dit voor onderwijsprofessionals? Als we het docentschap niet louter definiëren als het beheersbare kwalificeren dan moeten we de professional ook niet beknellen met een aansturingsvorm die geen recht doet aan de professionele autonomie. Meer toezicht beperkt bovendien de mate waarin van fouten kan worden geleerd en kan professionals zelfs risicomijdend maken. Het is beter om hen aan te spreken over de bezieling voor hun vakgebied. 

    Tussenruimte

    Grote hogescholen zijn betekenisvol, als ze zichzelf zo organiseren dat kleine eenheden van docenten en professionals de kern vormen. Hierbij ontwikkelt de hogeschool zich tot een conglomeraat van kleine pedagogische gemeenschappen. Studenten kunnen hierin ‘oefenen’, voordat zij de wereld in gaan, maar worden ook geconfronteerd met grenzen aan de vrijheid van denken, namelijk als democratische waarden in het geding komen.

    Zo fungeert de hogeschool als ‘tussenruimte’, als ‘tussentijd’ tussen de private en de publieke wereld. Het is de schakel met de samenleving, waarbij de docent deze wereld presenteert aan studenten. Hogeschool Rotterdam wil onderwijs geven, waarbij we ons niet alleen richten op socialisatie, maar studenten ook uitdagen deel te nemen aan de wereld.