Ik koos voor een master bij Hogeschool Rotterdam omdat ik praktijkonderzoek wilde doen waarmee ik in mijn lessen en op school direct verschil kon maken. Een universitaire master waarbij resultaten in een la belanden, past niet bij mij.
Je leert vanuit een bepaald perspectief kijken en denken en het geeft je nieuwe ideeën
Steun van mijn werkgever
De steun van mijn werkgever tijdens de studie was cruciaal. Mijn school betaalde het collegegeld en gaf me de tijd om te studeren. Dat maakte de combinatie werk en studie haalbaar én leuk. Collega’s die aan de onderzoeken meededen, werden ook gefaciliteerd.
Uitdagingen
Natuurlijk zat het soms ook tegen. Een master doen betekent af en toe door een hoepeltje springen. Dan moet je een opdracht binnen de beoordelingskaders uitvoeren, terwijl je het zelf anders zou doen. Ik heb geleerd om eerder naar die kaders te kijken.
Verrijking van mijn werk
De master heeft mijn werk verrijkt. Ik ben breder inzetbaar en binnen mijn school uitgegroeid tot specialist taalbeleid. Het taalonderzoek dat ik startte mag ik verder uitbreiden richting schrijfvaardigheid. Ik voel me daardoor meer gewaardeerd. Wat ik tijdens de master leerde, gebruik ik nog dagelijks: bewuster taal inzetten, opdrachten taalrijk maken en collega’s het belang van taal laten zien. Er is een grote discrepantie tussen verwachtingen van docenten en de capaciteiten van studenten. Daar is op veel scholen onvoldoende aandacht voor.
Mijn advies?
Tegen iemand die twijfelt zou ik zeggen: het is het waard. Het kost energie, maar je krijgt er veel voor terug: verdieping, groei en een groter netwerk. Het gaf me veel energie om één dag per week uit mijn vaste omgeving te zijn en kennis uit te wisselen met vakgenoten van allerlei niveaus: van docenten basisonderwijs tot hbo-docenten.”