Menu
English

Taal en Studiesucces: “Er begint wat te bewegen”

10 juli 2019

“Bedoelt u dát! Dat had ik wel geweten.” Esther Dingenouts, docent Nederlands bij de opleiding Bedrijfseconomie, vertelt dat ze studenten vaker hoort verzuchten dat ze een toets beter zouden hebben gemaakt als de vragen voor hen duidelijker waren. Ook Matti Gortemaker, die op Rotterdam Academy studenten begeleidt in het vak ‘Persoonlijke Identiteit’ herkent het: miscommunicatie tussen student en docent kan frustrerend zijn. “Als ik in een reflectieverslag een antwoord lees op een andere vraag dan ik dacht gesteld te hebben.”

“Maar”, zegt Matti, “Verwachten we niet te veel van onze studenten? Wij spreken de taal van het vak en we leggen onze opdrachten ook op die manier uit. Misschien moeten we een stapje daartussen zetten, om studenten mee te nemen van gewone spreektaal naar het niveau dat we uiteindelijk van ze verwachten.”   

Kleine aanpassingen al succesvol

Esther en Matti deden het afgelopen jaar allebei mee met Taal en Studiesucces, een project dat is ontstaan vanuit de gedachte dat taal een belangrijke rol speelt in het onderwijs en het verschil kan maken in het succesvol zijn in de studie. Als er wordt gesproken over ‘het taalniveau van studenten’ denken velen nog steeds automatisch aan spelling en grammatica. En hoewel er beslist studenten zijn die hun voordeel kunnen doen met wat extra training in spelling en grammatica is dat nadrukkelijk niet waar het project over gaat.  

Waar het wél om gaat is wat Matti aanstipt als ze het heeft over ‘geleidelijk meenemen naar een betere beheersing van de taal die in de beroepsgroep gesproken wordt.’ Kleine dingen kunnen al het verschil maken, zoals het in voor de student begrijpelijke taal uitleggen van het doel van een opdracht, het laten zien van hoe je verwacht dat een goed verslag eruitziet of het achteraf geven van feedback op het taalgebruik.   

Hard/t voor Taal 

Bij Taal en Studiesucces werken docenten een jaar lang aan een zogenoemd taalspeerpunt. Docenten ontwerpen een interventie in het onderwijs op het gebied van taal, toegespitst op wat juist bij de eigen opleiding nodig is. Tijdens het symposium Hard/t voor Taal op 2 juli jl. presenteren ze waar ze afgelopen jaar aan gewerkt hebben. Dat varieert van een leerlijn Taal die in het curriculum moet worden opgenomen, het introduceren van lees- en schrijfstrategieën tot het ontwikkelen van trainingen voor docenten hoe ze taalontwikkelend les kunnen geven. De opbrengsten zijn verzameld in een e-zine. (Zie onderstaande afbeelding.) 
Tekst gaat verder onderafbeelding.

Klik op de afbeelding om te openen

Een taak voor het hele team 

Projectleider Ellis Wertenbroek is dankbaar en enthousiast over het afgelopen jaar. “Ik heb heel veel energie ervaren in het project. Maar er is ook het besef dat we het niet alleen kunnen. Als je echt wil dat er iets verandert op het gebied van taal dan is dat een taak voor het hele opleidingsteam, niet alleen voor de docenten Nederlands en Communicatie.” Ze geeft aan dat het project veel heeft opgeleverd: “Niet alleen mogen we doorgaan – en dat gaat gebeuren, volgende studiejaar gaan zestien taalspeerpunten aan de slag - we hebben ook een hogeschoolbrede visie geformuleerd op de taalontwikkeling van studenten. Er is verbinding tot stand gebracht tussen alle ‘loketten’ binnen de hogeschool waar je als student of docent iets van ‘taal’ kunt halen (zie ook het e-zine) en we zijn bezig dit op een aansprekende manier op het intranet te ontsluiten.”  

Daarnaast kijkt ook het Kenniscentrum Talentontwikkeling mee met de ontwikkelingen in het project. Onderzoeker Cora Veenman: “Bij acht van de taalspeerpunten doen we onderzoek naar welke factoren bevorderend of belemmerend zijn voor het succes van het project. Ook wij zien dat het een heel belangrijke factor is dat het team en het management het belang van taal in het onderwijs inzien.”  

Het wordt concreet 

“Maar wat het allerbelangrijkste is”, geeft Ellis na het symposium aan, “Is dat er wat begint te bewegen. Verschillende onderwijsmanagers hebben bij de gesprekken die ik onlangs met ze gehad heb, aangegeven dat ze echt wat met taal gaan doen. Bijvoorbeeld dat taal een onderdeel wordt van de tweedaagse met het opleidingsteam die ze binnenkort hebben. Of dat ze van plan zijn die leerlijn taal in het curriculum door te voeren. Of aan alle docenten een training Taalontwikkelend lesgeven gaan aanbieden. En dat is precies wat we gehoopt hadden!”