Menu
English

NSE: tevredenheid onder studenten is gestegen

31 mei 2023

Voor het eerst sinds de grote ‘coronadip’ in 2021 is de algemene tevredenheid onder onze studenten weer gestegen. Dat blijkt uit de Nationale Studenten Enquête van 2023.

Het niveau van vóór de coronaperiode wordt nog niet aangetikt, maar het is duidelijk te zien dat de studenten meer tevreden zijn over ons onderwijs dan de afgelopen jaren. Als we inzoomen op de cijfers zit ‘m dat vooral in de waardering voor toetsing en studeerbaarheid.

Toch moeten we ook zelfkritisch zijn, want bij enkele belangrijke onderwerpen zoals inhoud, studiebegeleiding en docenten is er een lichte daling te zien. Al zitten die cijfers nog altijd aan de hoge kant, zoals je in onderstaand overzicht kunt zien.

Ook de andere ‘randstadhogescholen’ (Hogeschool van Amsterdam, Haagse Hogeschool, Hogeschool Utrecht, Inholland en Hogeschool Leiden) hadden tijdens de coronaperiode te maken met een lagere tevredenheid onder studenten. In de Randstad is de tevredenheid afgelopen jaar gestegen, op landelijk gebied is dat gemiddelde gelijk gebleven. 

Als we binnen onze eigen hogeschool inzoomen op de cijfers per instituut, zien we opvallende stijgingen bij Rotterdam Business School, Instituut voor Engineering en Applied Science, Rotterdam Mainport Institute,  Instituut voor Sociale Opleidingen en Willem de Kooning Academie. Bij de Hogeschool Rotterdam Business School, Instituut voor de Gebouwde Omgeving en Instituut voor Lerarenopleidingen zien we dalingen.

De Willem de Kooning Academie springt er uit bij het onderwerp gelijke behandeling. Daar geven studenten de hoogste beoordeling. Vooral de stelling ‘Er wordt door de instelling voldoende gedaan om gelijke behandeling te stimuleren’ krijgt een hoge waardering.

Online onderwijs

Op het gebied van online onderwijs zijn er ook positieve ontwikkelingen te zien. Maar daarbij moet wel aangetekend worden dat de stelling ‘Als ik op locatie les heb, heeft dat ook echt meerwaarde t.o.v. dezelfde les online’ over de gehele breedte een lagere waardering krijgt dan vorig jaar. Dat kan ermee te maken hebben dat we toen net uit een lockdown kwamen en iedereen extra blij was dat we weer naar onze gebouwen konden komen.

“Maar wat de uitleg ook is; de meerwaarde van fysiek les krijgen op locatie moet altijd als een paal boven water staan”, aldus Ron Bormans, voorzitter van het College van Bestuur. “Dat de studenten dit onderwerp nu een lagere waardering geven, is een belangrijk signaal. We moeten ervoor zorgen dat dat cijfer weer omhoog gaat. Aan de andere kant ben ik erg blij dat docenten volgens onze studenten digitale middelen inzetten die het leerproces ondersteunen. Een mooie ontwikkeling sinds de coronatijd. Verder hoop ik dat we volgend jaar weer dichter naar de waarderingscijfers gaan van vóór corona. En het liefst nog hoger natuurlijk.”