Menu
English

Ontmoeting 200 | Mijn afscheid

Bestuursvoorzitter Ron Bormans neemt over een half jaar afscheid van Hogeschool Rotterdam. In zijn 200e en laatste blog in de serie 'Ontmoeting' reflecteert hij op de 11 jaar waarin hij de functie van voorzitter van het College van Bestuur bekleedde.

“Wat hoor ik nou, ga je met pensioen?”. Het is een gewone, midweekse avond. Kom terug van een afspraak in de stad en loop nog even de hogeschool binnen. Heb stukken op mijn tafel laten liggen, die ik die avond nog nodig heb. Ik glimlach naar haar, haast me te verklaren dat ik niet met pensioen ga (zal wel iets met ijdelheid van doen hebben met betrekking tot mijn leeftijd), maar inderdaad, ik ga stoppen als bestuursvoorzitter van Hogeschool Rotterdam.

De weken daarvoor werd me die vraag vaker gesteld. Het zingt rond. Niet vreemd natuurlijk. Het staat al jaren in ons jaarverslag dat ik per 1 september 2023 ga stoppen als bestuursvoorzitter. En dat is goed. Dan heb ik die functie 11 jaar mogen bekleden en is het een mooi moment om het stokje over te dragen. Een beetje verdrietig is het ook. Natuurlijk. Het zijn van bestuursvoorzitter van Hogeschool Rotterdam heb ik altijd gezien als een grote eer én verantwoordelijkheid, die me elke dag weer aanzette om het beste van mezelf te willen geven.

Hogescholen zijn belangrijke organisaties. Ze bieden jonge mensen hun toekomst. De afgelopen 10 jaar hebben zo’n 100.000 jonge mensen zich bij Hogeschool Rotterdam gemeld, op zoek naar een toekomst, een droom en stap vooruit. Wij bereiden hen daar op voor.

Hogescholen zijn bijzondere organisaties. Niet in de laatste plaats omdat ze bij voortduring meedeinen met het maatschappelijke tij. Alles wat in de samenleving gebeurt, golft door de hogeschool. Ik heb het zien gebeuren de afgelopen jaren. Geopolitieke onrust klopte regelmatig aan onze deur. Spanningen in de samenleving en schurende emancipatoire bewegingen idem dito; zeker ideologisch geïnspireerde aanslagen deden ons beseffen dat we hard moeten werken om binnen de hogeschool, die haar diversiteit koestert, het gesprek gaande te houden. Het lukt ons.

Hogescholen zijn noodzakelijke organisaties. Ze reageren niet alleen op, maar zijn medevormgever van maatschappelijke ontwikkelingen. Kijkend naar emancipatoire bewegingen in de samenleving leert dat het hbo een belangrijke hefboom kan zijn in die emancipatie. In het recente advies Focus op Professie, dat het hbo nadrukkelijk in de beroepskolom plaatst, schreven we het zo: “Een sterke beroepskolom versterkt emancipatoire tendensen en geeft cohesie aan een samenleving die daar naar snakt. Het geeft bovendien de onderwijsinstellingen die zij herbergt, waar – als een van de weinige instituties in deze gefragmenteerde en deels gesegregeerde samenleving – de gemeenschap met al haar diversiteit en spanningen constructief nog samenkomt, samenwerkt en samen leert, cachet.”

Hogescholen zijn onmisbare organisaties. Was 2022 het jaar van de grote crises, 2023 zal daar niet voor onder doen. En in de omgang met een aantal daarvan is betrokkenheid van het hbo noodzakelijk. Grote vraagstukken als de energie- of klimaatcrisis, lossen we niet op zonder het hbo (evenals het mbo overigens) de ruimte te geven haar belangrijke rol te vervullen, of het nu om haar onderwijs gaat of haar onderzoek. Nederland loopt vast als we het (hoger) beroepsonderwijs geen prominentere plek weten te geven in de waaier van ons onderwijsaanbod. Dat besef begint gelukkig steeds meer door te dringen.

Zo maar wat thema’s die de hogeschool de afgelopen jaren bezig hebben gehouden. Waarbij we altijd geprobeerd hebben dat te doen vanuit het perspectief van het belang van de student. Hogescholen zijn empathische organisaties. Dat speelde natuurlijk bij uitstek bij die bijzondere periode van de coronapandemie, een tijd die ons dwong anders te denken, anders te werken, anders te communiceren. En die ons aanzette om extra zorgzaam te zijn.

Corona was de tijd dat we ontdekten hoe belangrijk het denken over de hogeschool is in termen van een gemeenschap. Die gemeenschap verloor toen even haar gebruikelijke manier van werken, maar poetste haar basale waarden nog eens nadrukkelijk op. Op afstand kwam de student nog meer centraal te staan dan gebruikelijk was in de intimiteit van de klas.

Corona illustreerde twee dimensies als het gaat om de gedachte van een gemeenschap. De eerste is dat we een gemeenschap willen zijn waarin individuen leren. Leren is zoveel meer dan een individuele transactie, leren (ook onderzoek doen trouwens) is een collectief proces. Maar ook de noodzaak om te beseffen dat hoe we dat doen, ook een uitdrukking moet zijn van een collectief proces. De hogeschool is van niemand in het bijzonder. De hogeschool is van ons allemaal.

Ik zie er naar uit me in het komende half jaar in dienst te stellen van Hogeschool Rotterdam. Indringend Rotterdam te beleven, de stad waar ik me bij uitstek thuis ben gaan voelen. Ik heb er nooit gewoond, heb er wel geleefd.

Dit is blog 200 in de reeks Ontmoeting en tevens mijn laatste. Mijn blog schreef ik meestal op de vroege zaterdagochtend (een enkele keer kon ik niet wachten tot dat moment, daarmee de onrustige nacht voorkomend). Met de rust in huis was het voor mij het ideale moment om te reflecteren op de nagalmende week of weken. Ooit geboren vanuit sec de wens te laten zien wat zo’n bestuurder zoal doet, bood de blog mij het podium mijn trots te tonen, soms mijn afschuw, opvattingen kenbaar te maken, empathie te delen, te laten zien hoe het met de hogeschool feitelijk gaat en transparant te zijn waar het het waarom betreft. Soms wilde ik bijzondere mensen, studenten en collega’s, het podium bieden. Het was ook wel eens regelrecht een lobbydocument, op de deur van de Haagse politiek kloppend, een enkele keer bonzend. Ik schreef hem in een afwisseling met een glimlach of een frons, lichtvoetig of meer verbeten, analytisch of vol met opvattingen. Ik heb genoten van de vele ontmoetingen. Ik ben dankbaar dat mensen in grote getale mijn blog wilden lezen. Het leverde me bevestiging en tegenspraak op. Dat eerste is plezierig, dat tweede belangrijk.

Over de auteur

Ron Bormans - voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.