Peuters en kleuters leren op een andere manier dan oudere kinderen: zij leren door spelen. Spelend leren bij jonge kinderen moet leidraad zijn voor het handelen van de leerkracht, dat is een algemeen aanvaard uitgangspunt. Je kunt echter op een meer kindgerichte of meer methodegerichte manier te werk gaan. Binnen deze minor maak je kennis met meer methodegerichte werkwijzen, maar staat een kindgerichte visie centraal. Ieder kind is uniek en heeft zijn of haar ontwikkelingsbehoeften. Binnen deze visie gaat het erom dat je vertrouwen hebt in de groei en wilskracht van het jonge kind. Leren vindt plaats in betekenisvolle contexten waarin het kind medevormgever is van het onderwijs.
Bij voor- en vroegschoolse educatie (VVE) gaat het om een aanbod voor kinderopvang, peuterspeelzalen en onderbouwgroepen in de basisscholen. Een gestructureerd aanbod dat gekenmerkt wordt door thema’s en doorgaande lijnen en dat zich richt op leren en ontwikkeling van jonge kinderen. Dat is goed voor alle kinderen en in het bijzonder voor jonge doelgroepkinderen. Uit recent onderzoek blijkt dat voor de kwaliteit van VVE de interactie tussen leidsters, leerkrachten en het kind de meest bepalende factor is voor effectieve VVE (Sardes, (2012). Samen verder met Vversterk, continuering programma Vversterk 2010-2014). Daarnaast is de kwaliteit van de opvoedingsomgeving van grote invloed op de individuele ontwikkeling van het kind.
De minor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) richt zich op:
- Hoe jonge kinderen zich ontwikkelen en hoe jonge kinderen leren
- Hoe je kinderen gericht, systematisch en methodisch kan stimuleren
- Het ontwikkelen van een visie op werken met jonge kinderen
- VVE achtergronden, beleid, programma’s en effecten
- Verschillende kennisdomeinen binnen VVE (o.a. taal/rekenen en spel)