Menu English

De waarde van de samenwerking tussen mbo en hbo professionals

‘Het lijkt soms wel of de mbo’er niet bestaat’

02 november 2018

Donderdag 1 november organiseerde Werkplaats Sociaal Domein Zuid-Holland Zuid in wijkcentrum Post West in Rotterdam het tweede kenniscafé van dit najaar. Thema van deze middag was de vraag hoe het hbo en het mbo samen beter kan aansluiten op de wijkbehoeften. Daarnaast ging het over de verschillen én overeenkomsten tussen mbo’ers en hbo’ers. Ongeveer 30 belangstellenden gingen in op de uitnodiging en deelden actief hun gedachten over dit onderwerp.

Verschillen mbo’er en hbo’er

Hoe pakt een mbo’er een bepaald probleem aan? En is dat anders dan de wijze waarop een hbo’er dat doet? Met een praktijkvoorbeeld van een gezin met meerdere hulpvragen opent Tjaako Minnema (beleidsadviseur Albeda College) deze middag. De aanwezigen mochten direct nadenken en antwoorden. De algemene gedachte (heel zwart-wit bezien) is dat mbo’ers gaan voor een directere aanpak en dichter bij de mensen staan. Hbo’ers analyseren meer en starten met een plan van aanpak. Judith van Vliet (onderzoeker bij de Werkplaats) geeft aan verrast te zijn door de overlap in de praktijk: “Zowel de mbo’er als hbo’er zeggen te beginnen met de vraagstelling en het opbouwen van een vertrouwensband. Wel zie je dat de hbo’er eerder externe partijen inschakelt zoals een school voor speciaal onderwijs of maatschappelijk werker.” De vraag rijst of misschien het verschil in kaders waarbinnen mbo’ers en hbo’ers moeten bewegen zorgt voor onderscheid.

Het lijkt wel alsof sociaal werk per definitie is voorbehouden aan hbo’ers.

 

Handen ineen

Toby Witte (lector Maatschappelijke Zorg bij Hogeschool Rotterdam) vraagt zich af wat de meerwaarde is in de praktijk. “Hoe kunnen de mbo’er en hbo’er elkaar versterken? Het enige doel is uiteindelijk kwalitatieve zorg leveren. Ze zouden met meer lef moeten werken. Nieuwe termen en opleidingen (Social Work) zijn allemaal op hbo’ers gericht. Je ziet nergens hoe mbo en hbo zouden moeten samenwerken. Alsof de mbo’er niet bestaat en sociaal werk per definitie hbo-werk is.” Witte pleit om daarom maar het experiment aan te gaan. “Hoe kunnen we beter samenwerken om mensen, organisaties en overheid te verbinden? Dat vraagt om ‘ongepast’ werk'. Onderwijsraden moeten nu de handen ineenslaan om te kijken wat haalbaar is.”

Mooie toekomst voor mbo’ers

Marjolijn Masselink (voorzitter Brede Raad 010) leidt de aanwezigen op ludieke wijze in naar de groepsgesprekken. Gebaseerd op haar eigen vooroordeel toont ze op ludieke wijze het verschil tussen een mbo’er en hbo’er door een doos met stiften op de grond te laten vallen. De hbo’er maakt eerste een plan en overlegt, de mbo’er raapt meteen de stiften op. Masselink ziet een interessante samenwerking tussen beiden in de praktijk en een mooie toekomst voor mbo’ers. “Tijdens de opening van het mbo-jaar sprak onze koning uit dat ‘het de mbo’ers zijn die Nederland laten draaien’ en dat mbo’ers ‘keihard nodig’ zijn.”

Groepsgesprekken

Om de verschillende ideeën over mbo en hbo met elkaar te delen heeft Masselink vier stellingen om in groepjes te bespreken. Onderwerpen zijn onder andere de behoefte van de Rotterdammer en de rol van de hulpverlening daarbij. Ook is er angst voor een minder belangrijke rol voor mbo’ers in de wijken doordat gemeenteambtenaren vaker deze taken zouden overnemen. Nikita Dam is derdejaars mbo-student Sociaal & Pedagogisch Werk bij het Albeda College. “Je ziet bijna geen mbo-vacatures voor mijn vakgebied.” Nog meer opmerkelijke conclusies zijn ‘het gebrek aan mbo-beroepsverenigingen’ en dat er bij sommige organisaties een ‘angstcultuur heerst’ om mbo’ers aan te nemen. Verder blijken er in Rotterdam weinig stageplekken voor mbo’ers en zijn de Rotterdamse wijkteams (nog) niet toegankelijk voor mbo’ers. Dit is in een aantal gemeenten al wel mogelijk. Jolanda Broekzitter van de gemeente Rotterdam oppert om zich hard te maken voor een stageplek voor een mbo’er in een wijkteam: “Het was mij helemaal niet bekend dat er zo’n verschil was tussen mbo en hbo. We moeten echt met elkaar in gesprek gaan.” 

Mbo’ers en hbo’ers zouden meer moeten samenwerken.

 

En nu?

Genoeg gespreksstof en voer voor verbetering dus. Te beginnen met communicatie tussen de diverse organisaties. Witte overlegt al vanaf 2015 met gemeente en onderwijsvertegenwoordigers over sociaal werk. “Ik bedenk me nu pas dat hier nooit vertegenwoordigers van het mbo bij zijn. Dat moet natuurlijk snel veranderen.” Meer stageplekken en meer vacatures zijn nodig, maar daarvoor zal eerst de mbo’er meer bekendheid en erkenning moeten krijgen. Daarnaast kan en moet de samenwerking binnen het sociaal domein veel intensiever. Om ergens te beginnen eindigt Witte met een advies voor alle aanwezigen en betrokkenen: “Oefen invloed uit waar je invloed kunt uitoefenen.”

Kenniscafé

Kennis en ervaringen delen in het sociaal domein

Het kenniscafé is een initiatief van de Werkplaats Sociaal Domein Zuid-Holland Zuid en is een openbare, toegankelijke vorm om kennis en ervaringen te delen, vragen uit de regio te agenderen en samen te zoeken naar nieuwe vormen van doen in het sociaal domein. De kenniscafés worden in samenwerking met gemeenten, organisaties, sociaal ondernemers, studenten en de werkteams van de Werkplaats georganiseerd.

Werkplaats Sociaal Domein Zuid-Holland Zuid

De Werkplaats Sociaal Domein Zuid-Holland Zuid is een regionaal samenwerkingsverband van Hogeschool Rotterdam (Kenniscentrum Talentontwikkeling) en Inholland (Dynamiek van de Stad) en diverse gemeenten 
 gericht op het brede sociale domein in de regio Zuid-Holland Zuid. Doel is om samen aan maatschappelijke vraagstukken te werken en van en met elkaar te leren.