Menu English

Ontmoeting 122 | Gewoon, lekker lesgeven

Tweewekelijkse blog van Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur

Hogeschool Rotterdam is een ambitieuze school. We willen kwaliteit leveren. En we streven dat na met een duidelijke missie: we willen dat ons onderwijs aansluit bij de echte vraagstukken van vandaag (contextrijk onderwijs), we willen een school zijn voor iedereen (inclusief onderwijs) en we willen onze mensen de ruimte bieden te doen wat zij denken dat moet gebeuren (een school die decentraal georganiseerd is). Simpel, zou je zeggen. Ja en nee. Je moet het wel organiseren.

Het beroep als ‘moving target’

Het ingewikkelde van de context waarin we als beroepsonderwijs opereren is dat die context niet stabiel is. ‘Ingewikkeld’ overigens in de neutrale betekenis van het woord. Die complexiteit, of beter gezegd dynamiek is onvermijdelijk en tevens wenselijk en spannend. Maar ontwerptechnisch is het best ingewikkeld. We ontwerpen beroepsonderwijs waarbij het beroep een ‘moving target’ is. Soms is er eigenlijk niet eens sprake van een beroep en dan is de opdracht: ontwerp het beroepsonderwijs zonder beroep. Vinden we niet altijd gemakkelijk. Maakt ons vak wel mooi. Want het omgaan met die onzekerheid, kun je organiseren.

Dat is eigenlijk de essentie van wat we noemen contextrijk onderwijs. Als het beroep beweeglijk is en het soms zelfs zoeken is wat het beroep inhoudt, zou je de neiging kunnen hebben dan maar te ontwerpen los van dat beroep. Ons antwoord is: kijk beter, zoek dieper. Als de toekomst niet te kennen is, zoek dan naar de glimp van die toekomst, kruip in de context waar de kiem van de toekomst te zien is. Maak deel uit van de plek waar de toekomst vorm gaat krijgen: Rotterdam.

Koninklijke erkenning

Steeds vaker doen we dat letterlijk en organiseren we die plek zelf, samen met partners. Zoals de RDM Campus waar onderwijs (mbo, hbo en wo) op een schitterende locatie, midden in de haven samen met bedrijven de recepten van de toekomst probeert uit te vinden én om te zetten in ondernemerschap. Donderdag 22 november zou die campus koninklijke erkenning krijgen, met een bezoek van onze koning, samen met de president van Singapore. Bijna tien jaar nadat hij RDM Campus opende kon hij eens zelf zien en ervaren hoe (techniek-)studenten in de Rotterdamse praktijk met veel enthousiasme werken aan de oplossingen voor morgen.

Tekst gaat verder onder fotoKoning Willem Alexander in gezelschap van president van Singapore Halimah Yacob, haar man en RDM directeur Hans Maas

Donderdag 15 november: Global Entrepreneurship Week

Deze donderdag staat iets anders centraal, namelijk het ondernemerschap zelf. Het mooie van ondernemerschap is dat de onzekere toekomst gezien wordt als een kans, een kans om die toekomst zelf vorm te geven en er zelf een speler in te worden. Een week lang laten we studenten ruiken aan die gedachte, geven we hen de kans ermee te oefenen en hebben we onze docenten uitgenodigd workshops te geven in het expertisegebied waar zij zich het beste thuis voelen.

Neuromarketing

Ik wandel rond met een van de collega’s die dit evenement organiseren, Ria Slingerland. En loop binnen in een discussie over neuromarketing. Is dit een vorm van manipulatie? “Niet meer of minder dan marketing als zodanig”, betoogt een student en benadrukt de verantwoordelijkheid van de klant zelf. “Maar waarom zou je betalen voor een gevoel”, probeert onze docent, “terwijl het functioneel voor veel minder geld zou kunnen?” Ik doe even mee:“Neuromarketing gericht op kinderen? Is dat ethisch verantwoord?” Boeiend en rijk debat.

In een ander lokaal maak ik een glimp mee van een groep studenten die oefenen met ‘scrummen’, een ontwerpmethodiek (om succesvol te kunnen ondernemen, heb je nu eenmaal een goed idee of ontwerp nodig) die zich vanuit de wereld van design en softwareontwerp uitbreidt naar veel meer branches.

Geblinddoekt de toekomst in

Weer een lokaal verder oefent een van onze docenten met leiderschap en vooral samenwerken, door studenten opdrachten te geven die ze geblinddoekt moeten uitvoeren. Een divers samengesteld gezelschap van studenten uit Rotterdam en de rest van de wereld: uit Israël bijvoorbeeld en verschillende delen van Europa. Men abstraheert van die verschillen en coacht elkaar langs hindernissen. Ik doe mee. We worden aan elkaar gebonden, kruiselings, geblinddoekt en worden geacht ons aan het kruiselingse te onttrekken. Op een voor mij onverklaarbare manier lukt het een van de studenten ons zo te instrueren dat we uiteindelijk keurig conform de opdracht staan.

De blinddoek als symbool van vertrouwen. De blinddoek die hier uiterlijke kenmerken schrapt en terugkeert naar de kern: de individuele mensen.

Vrijdag 16 november: Verdiepende pedagogiek

Evermore aan de Coolhaven, Rotterdam. Een plek die ons meteen in de goede context plaatst. De plek voelt Rotterdams aan, vanwege zijn ligging (aan het water), aankleding (ongedefinieerd strak) en eten (divers). Een grote groep docenten is een aantal dagen met elkaar in de weer geweest over het vraagstuk van pedagogiek en dan in het bijzonder met de ontwerpopdracht hoe we pedagogiek hoger op onze agenda krijgen, wat nodig is om te professionaliseren én het delen van kennis te bevorderen. De groep is divers samengesteld, dat wil zeggen dat docenten hebben meegedaan uit een groot aantal, verschillende opleidingen; in nauwe samenwerking met mensen die vanuit onze staf met dit vraagstuk bezig zijn.

Een zoekproces, voorzien van onzekerheden. Maar ook dat is te organiseren. De methodiek die de collega’s gebruiken is de zogeheten Kaospilot, een uit Denemarken overgewaaide methodiek om onderwijs te ontwerpen.

Tekst gaat verder onder foto. Bijeenkomst Verdiepende Pedagogiek (foto Samira Abbadi)

Methodisch ontwerpen

Twee groepen presenteren hun bevindingen voor een gezelschap van betrokken collega’s, onderwijsmanagers en studenten. De verhalen lopen oppervlakkig gezien erg uiteen. Kijk je dieper dan vallen vooral de overeenkomsten op. Om te beginnen: nadenken over pedagogiek, maar ook het ontwerp van onderwijs in de meer brede betekenis van het woord, moet methodisch gebeuren. Twee: van elkaar willen leren en feedback organiseren is essentieel. Kijk ook verder dan de eigen opleiding, het eigen domein. Wat collega’s bij Chemie ontwikkelen kan interessant zijn voor collega’s bij Commerciële Economie. Tenslotte, durven vertrouwen op de professional: noodzakelijk.

“Docenten moeten juist niet iedereen gelijk behandelen”

Kansengelijkheid bevorderen en zorgen dat iedereen zich thuis voelt in het onderwijs, dat is wat lector Hogeschool Inholland, Machteld de Jong inspireert in het doen van onderzoek. Zij plaatst daarmee het vraagstuk van pedagogiek nog eens in een grotere context. De context waarin docenten zeggen dat ze studenten gelijk behandelen, daarmee uitdrukking gevend aan hun basale waarde, namelijk dat elke student een gelijke kans verdient.

Maar dat betekent, zo laat de spiegel die Machteld ons voorhoudt zien, dat we in ons professioneel gedrag studenten juist óngelijk moeten willen behandelen. Niet elke student heeft hetzelfde nodig om goed te kunnen leren. De verbindende schakel tussen kansengelijkheid en een ongelijke startpositie is ongelijk behandelen en pedagogisch onderlegde docenten. En dat maakt onze missie nog niet zo simpel. We moeten en willen vertrouwen op de professionaliteit van onze mensen. Maar is iedereen in onze hogeschool al in die mate pedagogisch onderlegd? Ik denk dat we in onze professionaliseringsprogramma’s daar meer ruimte voor moeten geven. Ik hoop dat wat ik in Evermore gezien heb een begin is van een krachtige olievlek.

Maandag 19 november: hoe veel is oneindig in het kwadraat?

We weten dat sommige categorieën studenten het bij ons moeilijker hebben dan andere. Om die studenten gelijke kansen te geven, moeten we iets extra’s doen. Zo weten we dat sommige categorieën mbo’ers het moeilijk hebben omdat ze bepaalde bagage missen. Ze hebben het talent maar missen bagage om dat talent bij ons te gelde te maken. Ze hebben bijvoorbeeld, te weinig wiskunde gehad om bij onze techniekopleidingen succesvol te kunnen zijn. Ook al doen ze nu zelf een technische beroepsopleiding.

Ik ben die avond in de klas bij collega Anthony Bernadina. Hij geeft wekelijks wiskundeles aan mbo'ers om die, als ze de stap maken naar het hbo, betere kansen te geven. Als ik vraag wat hun plannen zijn, zijn er ook studenten bij die hun zinnen hebben gezet op opleidingen bij de Haagse Hogeschool. Ook goed. Het gaat om hun toekomst.

Tekst gaat verder onder foto. Collega Anthony Bernadina geeft wiskunde les aan  mbo'ers.

Lekker lesgeven

Anthony geeft les. En dat ziet eruit als het beeld dat je krijgt als je de gemiddelde Nederlander vraagt: hoe ziet lesgeven eruit. In al die dynamiek van de moderne tijd, met al zijn appèls op meta-vaardigheden, is het nog steeds van groot belang dat we studenten een goede basis en bagage meegeven. Daar hoort, op een goede manier, frontaal lesgeven bij: aanwezigheid checken, boek erbij, rekenmachine binnen handbereik, samen sommen maken, voordoen wat de wiskundige regels zijn. Achter in de zaal geniet ik ervan. Gewoon lekker lesgeven, met een scherp oog of het over komt: pedagogisch vakmanschap heet dat.

Sommen maken op zaterdag

“Ik ga er van uit dat jullie zaterdag sommen gaan maken, voordat jullie gaan stappen”, zegt Anthony. De veertien jongens en één meisje maken duidelijk dat dat nog niet echt een zekerheidje is. Anthony glimlacht en gaat geduldig verder met zijn les. Hij behandelt limieten in vergelijkingen en onbepaaldheden (iets delen door nul kan niet), stoeit met het begrip ‘oneindig’. Onbedoeld – of misschien ook niet – stoeit hij daarmee met de metavaardigheden van deze praktisch ingestelde mbo’ers. Het beantwoorden van zijn vragen vereist namelijk een bepaald abstractieniveau en conceptueel denkvermogen. Het gaat hen goed af. Oneindig plus X is oneindig, oneindig maal oneindig blijft oneindig.

Klap op de vuurpijl:  de limiet naar oneindig, van de sinus van oneindig gedeeld door oneindig. Het is bijna poëzie als je het zo op een rij plaatst. Meer meta bestaat niet en dat in zo’n ogenschijnlijk ‘geaard’ vak als wiskunde. Het antwoord is weer heerlijk nuchter: nul.

Over de auteur

Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.