Menu
English

Ontmoeting 77 | 'radicale decentralisatie'

De eerste werkweek start voor Ron Bormans met het gesprek over het belang van decentralisatie, de bal bij docententeams en een inclusieve school. De publicatie van zijn essay en de opening van het hogeschooljaar, waar prijzen werden uitgereikt aan studenten en de nieuwe agenda met opdrachten voor de komende jaren werd gepresenteerd.

Wakker worden gebeurt op verschillende manieren. In het continuüm van de vloeiende, welhaast sluipende overgang vanuit de weldadige slaap aan de ene kant van het spectrum tot het brute, plotselinge ontwaken als de wekker voortijdig gaat, aan de andere kant. Het onderwijs staat ergens in het midden. De overgang is abrupt, maar er hoeft geen wekker aan te pas te komen en het weldadige zit hem niet alleen in de 'vakantieslaap', maar zeker ook in het feit dat we gestart zijn. Hoe zeer het onderwijs ook zijn vakanties koestert, we zijn blij als we weer mogen beginnen. 

Maandag 29 augustus: we zijn begonnen

Dus loop ik maandag 29 augustus een school in die duidelijk opgestart is. Overigens niet dat we in de zomer niets doen. Sommige collega's werken hard door, zoals de collega's die zorgen dat de inschrijvingen in orde komen, de collega's die gesprekken voeren met aanstaande studenten, de collega’s die zich inspanden bij een zomerschool, zoals de vluchtelingenzomerschool en die bij enkele techniekopleidingen. Maar ook de collega’s die verbouwingen begeleid hebben en de collega’s die alle faciliteiten boden zodat onze gebouwen open konden zijn in de vakantie . De week daarvoor zijn er ook al allerlei activiteiten geweest rondom de introducties. Maar vol van start gaan we pas in deze week.

Ook mijn agenda kent dan weer een normaal patroon voor een bestuurder. Ik start de dag met de wekelijkse vergadering van het College van Bestuur, rij die middag naar Den Haag om, samen met behoorlijk wat collega's uit het mbo en hbo, maar ook studentenvertegenwoordigers  te praten met de minister over hoe we de kansen van mbo’ers in het hbo kunnen vergroten. Ik eindig de dag met de bestuursvergadering van de Vereniging Hogescholen. We zijn begonnen. Het ijzeren ritme van mijn agenda heeft me weer in zijn greep. 

Kwetsbare democratische waarden

Niet alleen het feit dat ik weer 'in een gewone dag zit', maakt de dag bijzonder, het is ook een bijzondere dag omdat ik vandaag het essay publiceer dat ik samen met collega Izaak Dekker geschreven heb. Spannend ook. In het essay wordt op een vrij normatief niveau verwoord vanuit welke waarden ik mijn vak probeer uit te oefenen. Ik leg als bestuurder mijn kaarten op tafel. Met als rode draad dat de moderne samenleving niet meer te vangen is in grote, overzichtelijke identiteiten maar gefragmenteerd van aard is. En daardoor kwetsbaar aan het worden is waar het gaat om onze meest basale waarden: de democratische. Deelnemen aan het debat verwordt tot schreeuwen als mensen hun recht op het geven van een mening vertolken vanuit een democratisch tekort.

Het essay neemt stelling tegen het cultuurrelativisme ('jouw mening is los van de kwaliteit ervan ook een mening'), maar zeker ook tegen al die mensen die zich koesteren in hun 'monismen' ('zo doen we dat hier en niet anders') en probeert de opdracht van het (hoger) onderwijs in een traditie van pluralisme te plaatsen. In het besef dat dat kan schuren in en rond het onderwijs en dat er moed voor nodig is om vanuit dat pluralisme de gemeenschappelijkheid te zoeken. Moed, zowel om je mening te vertolken, alsook de moed om de mening van iemand anders te respecteren.

We staan voor een gigantische opdracht in het onderwijs: jonge mensen beter op te voeden in democratische waarden en respectvolle omgang met elkaar dan we tot nu toe gedaan hebben. Als ons dat niet lukt, zouden spanningen in de samenleving wel eens onhanteerbaar kunnen worden. Of blijven we hangen in onmachtig geschreeuw, zoals we sommige van onze politici zien doen. Dat helpt ons niet bij het opvoeden en de rust een beetje te bewaren.

Woensdag 31 augustus: onze jaaropening

De school ontwaakt op enig moment, het gebouw komt tot leven en de klassen bruisen weer.  Niet zonder dat we daar feestelijk bij stilstaan. want dat is de kern van onze jaaropening: vieren dat we weer mogen beginnen. En dus zet collega Jan Roelof studenten in het zonnetje met de uitreiking van de Overtref jezelf Beurs die dit jaar gaat naar Bas Klein. In zijn project komt alles samen waar we in Rotterdam aan werken en laat ook de manier zien waarop dat moet. Bas in eigen persoon illustreert het belang van ‘over je eigen grenzen heen kijken’. Als student Lerarenopleiding Maatschappijleer,  met belangstelling voor ICT - nog heel even, hij studeert binnenkort af - heeft hij de missie kinderen op Zuid te leren programmeren, omdat hij diep overtuigd is dat die competentie veel van die kinderen verder gaat helpen. 

Coert Beerman, de voorzitter van onze Raad van Toezicht, mag de studenten feliciteren die de bachelorprijs gewonnen hebben: studenten Industrieel Product Ontwerpen en Elektrotechniek die samen werken aan een project dat belangrijk is in de gezondheidszorg: een instrument dat er op toeziet dat zorgverleners goed en lang genoeg hun handen wassen voordat zij hun professionele handelingen in de couveuse uitvoeren. 

Strategie vanuit een collectief proces

Multidisciplinair, maar ook diep geworteld in de eigen discipline, op zoek naar de vernieuwing, maatschappelijk van groot belang. De zoveelste illustratie van wat mijn collega Angelien Sanderman daarvoor ‘contextrijk onderwijs’ genoemd heeft, in haar lancering van Onze Agenda. We hebben binnen de hogeschool - en met de buitenwereld -  een paar maanden intensieve gesprekken gevoerd (in totaal zijn daar zeker 700 collega's bij betrokken geweest) over de vraag hoe ‘het onderwijs van de toekomst’ eruitziet. Op zoek naar de strategie, maar dan niet vanuit de bestuurskamer maar op basis van een collectief proces. 

De uitkomst daarvan noemen we Onze Agenda, omdat de agenda aan de ene kant open van aard is - 'voel je uitgenodigd er vanuit jouw verantwoordelijkheid invulling aan te geven'. En aan de andere kant ook leunt op een collectieve opvatting over wat ons te doen staat. We willen een inclusieve school zijn, waar elke student zich welkom voelt, waar we de verbinding zoeken met die uitdagende complexiteit van de stad, waar docenten naast inhoudelijk gezaghebbend ook pedagogen zijn en waar we hard werken met elkaar.

Onze eigen dagvoorzitter, Erwin van Braam, sluit charmant en tevreden de bijeenkomst af en nodigt ons uit met elkaar een glas te drinken. Ik loop tevreden de zaal uit en loop tegen een gewaardeerd oud-collega aan. Op mijn vraag hoe ze het vond, kwam een antwoord waaruit teleurstelling bleek. In mijn na-ijlende euforie moest ik even hard werken om de emotie te managen. De teleurstelling betrof niet de inhoud van de agenda of de nadruk op het belang van democratische waarden die ik voor het optreden van mijn collega nog eens had geventileerd, maar vooral de weigering om aan te geven hoe we dat dan operationeel zouden moeten gaan doen. 

Ruimte aan docententeams

Onze Agenda trekt de lijn door van wat ook centraal stond in onze Focusstrategie: de echte kwaliteitstap zetten we pas als we bereid zijn veel meer ruimte te bieden aan onze docenten en als zij bereid zijn dat - in een collectieve verantwoordelijkheid voor een opleiding - op te pakken. Tijdens de jaaropening noemde ik dat - ook met verwijzing naar de terminologie van het essay - een vorm van 'radicale decentralisatie'. Zouden we in die context als bestuur aangeven hoe we dat dan operationeel gaan doen, dan zou dat een volstrekt verkeerd signaal zijn. Die 'weigering' zorgde ervoor dat tijdens de receptie energie en ruimte gevoeld werd, maar ook hier en daar aarzeling en verwarring. 

Ron Bormans meent het’ - zo kopt ons blad Profielen - met verwijzing naar het begrip 'radicale decentralisatie'. Inderdaad, ik meen het. En wat belangrijker is, het overgrote deel van de collega’s die zich in de aanloop naar het publiceren van Onze Agenda uitgenodigd hebben gevoeld mee te denken en mee te praten, hebben ons die boodschap meegegeven. We gaan het komende jaar met alle opleidingen en alle stafafdelingen in gesprek over de vraag: “Wat ga jij doen om onze hogeschool die inclusieve school te laten zijn, met dat voor jonge mensen betekenisvolle en contextrijke onderwijs? Die veilige haven waar complexe maatschappelijke vraagstukken besproken kunnen en gaan worden?”

Donderdag 8 september: gesprek met de Reviewcommissie over de Prestatieafspraken

Samen met mijn collega's Erwin van Braam en Roland van Wageningen moet ik verschijnen voor de Reviewcommissie Hoger Onderwijs. Ik ben altijd kritisch geweest op het fenomeen Prestatieafspraken. Niet op het feit dat scholen worden uitgedaagd aan te geven wat ze de samenleving beloven of wat de politiek van hen mag verwachten, maar wel dat daar een stevige financiële afrekening aan verbonden wordt, met de daarmee gepaard gaande vuistdikke protocollen voor de controlerende accountant. Dan overwoekert ‘Het Systeem’ al vrij snel ‘De Bedoeling’, zou organisatiedeskundige Wouter Hart zeggen. Maar goed, dit is voor dit moment het spel en dus wordt het zo gespeeld.

Onze verantwoording bevat veel goed nieuws. In de paragraaf 'profilering' laten we zien hoe succesvol we zijn in het verder uitbouwen van onze Associate degree opleidingen, hoe we centres of expertise ontwikkeld hebben gericht op de maatschappelijke problematiek van de stad als ook de economische uitdagingen. Kordaat, Rotterdams samengevat onder de titels ‘Zuid’ en ‘Haven’. Onder ‘kwaliteit’ laten we zien onze doelstellingen met betrekking tot studenttevredenheid en excellentie royaal gehaald te hebben. De parameters voor procesvariabelen als ‘contacttijden’ en ‘percentage collega's met een masterdiploma’ staan op groen. 

Rood kleuren de parameters met betrekking tot studiesucces.  Wij zijn de laatste om dat te ontkennen. Hoewel we het niet kunnen laten vanuit het systeemdenken wat vragen op te roepen. Bij één van de drie parameters die centraal staan (uitval in het eerste jaar) doet zich de situatie voor dat wij onze doelstelling niet gehaald hebben, maar wel gehaald zouden hebben als we als dezelfde doelstelling gekozen zouden hebben als welke Randstadhogeschool dan ook. We halen elke prestatieafspraak, behalve de onze.

Ambitieus

Klaarblijkelijk hebben we ons buitengewoon ambitieus getoond in 2012. En dat past inderdaad bij ons. De hogeschool heeft inclusiviteit en studiesucces altijd hoog in het vaandel gehad en kan ook bogen op een succesvol verleden en heden. De hogeschool schroomt ook niet om zelf de alarmbel te luiden als dingen niet goed gaan en om op een zelfkritische manier aan de slag te gaan. Zowel met de Rotterdamse ROC's als de vo-scholen zoeken we intensieve samenwerking om het studiesuccesvraagstuk aan te pakken.

Hogeschool Rotterdam heeft ook altijd laten zien de organisatiekracht te hebben om vraagstukken op te pakken. Zoals we het kwaliteitsvraagstuk de afgelopen jaren hebben opgepakt in het kader van onze Focus-strategie bijvoorbeeld. Daarmee hebben we de lat zo hoog gelegd dat we het studenten niet bepaald gemakkelijker gemaakt hebben... Zo is uit de cijfers af te lezen dat het beeld van de afgelopen jaren er een is waarbij de uitval redelijk constant is, het studiesucces terugloopt en het aantal langstudeerders toeneemt. Het kost studenten klaarblijkelijk meer moeite om af te studeren.

HR diplomarendement, langstudeerders en uitvallers na 5 jaar (volgens definitieve prestatieafspraak, gegevens van langstudeerders en uitvallers cohort 2010 nog niet beschikbaar)

Het gesprek verloopt plezierig en respectvol. De commissie heeft zich goed voorbereid en stelt de vragen die gesteld moeten worden. Dat is belangrijk. In oktober horen we hoe ze oordelen.

Donderdag 8 september: een doorrookt kostuum op de tuin

Na de bijeenkomst met de Reviewcommissie rijd ik terug van Den Haag naar Rotterdam, even wat dingen doen op school en daarna samen eten met een aantal vrouwelijke collega's die mij uitgenodigd hebben om eens te praten over vraagstukken als leidinggeven, ontwikkeling van de hogeschool en cultuur van de organisatie. De locatie heb ik pas recent gehoord. Het blijkt de volkstuin te zijn van techniekdirecteur Mirjam van den Bosch.

Uit de comfortzone

Als ik haar complimenteer bij het binnenrijden van het complex - ingeklemd tussen Neptunus, de Mevlanamoskee en Blijdorp - zegt ze plagerig dat de locatie gekozen is om me een beetje uit de comfortzone te halen. Hoewel ik inderdaad wat overdressed rondloop, gaat dat niet lukken. Ik weet uit eigen ervaring hoe mooi het is om op een zomeravond - met vrouw en jonge kinderen - te eten 'op de tuin', omdat ik zelf jaren lang zo'n tuin gehad heb. Het zou een mooie avond worden, met heerlijke dorade op open vuur bereid, gepofte aardappelen en verse sla. We hebben wat last van de fladderige wind, waardoor de rook ons achtervolgt, ook al verplaatsen we de stoelen. Ik kom thuis met de geur van een café uit  de jaren '70 om me heen. Mijn vrouw fronst haar wenkbrauwen. 

Het gesprek gaat vooral over wat de radicale decentralisatie waarover ik tijdens de jaaropening sprak  betekent, welke stijl van leidinggeven en professioneel handelen past bij Onze Agenda. Leidinggeven en authenticiteit zijn onherroepelijk met elkaar verbonden, zo stellen we vast. Moed is een belangrijk begrip. De moed die nodig is om je verantwoordelijkheid te pakken, de moed om mensen te wijzen op basale waarden, de moed het oprechte en zelfkritische gesprek te voeren over ambitie en kwaliteit. De moed ook, die je moet hebben als je opvatting een rimpeling veroorzaakt. In een volwassen organisatie, die zowel kwaliteit als pluraliteit koestert, kan het schuren en daar moet je niet voor terugschrikken. Als het maar schuurt op een solide ondergrond van spelregels en respect. 

De avond fladdert als de wind, van luchtig naar diep serieus, met voortdurend het uitstapje naar feminiene en masculiene managementstijlen. Op enig moment stelt een collega mij de vraag, met verwijzing naar het essay en een van auteurs die daarin centraal staat, te weten Frederic Laloux: "Waarom durf je de radicaliteit niet aan om alles bij de opleidingen neer te leggen en zeg je expliciet dat je die stap niet zet?"

Intimiteit én organisatiekracht

Dat het begint en eindigt bij de opleiding, zeker. Dat is de kern. Maar er is meer: omdat de hogeschool in zichzelf ook betekenisvol is en meer moet zijn dan slechts een tehuis van een veelheid van opleidingen. Als kans voor individuele opleidingen om studenten op enig moment aan te moedigen ook kennis te nemen van andere opleidingen, andere werelden, andere contexten. 

Als dorp in en naast de stad, waarin we democratische waarden en respectvolle omgang 'vieren' en koesteren om daarmee de veilige 'tussenruimte' te zijn waar jonge mensen daarmee kunnen oefenen. Om de organisatiekracht te hebben de grote vraagstukken aan te pakken. Om samen een taalgemeenschap te zijn, waarin we het Nederlands oefenen. Omdat we nog zoveel van elkaar kunnen leren, wat echt beter lukt als we onderdeel zijn van die ene school. Omdat de intimiteit van die ene opleiding ook te groot, te warm, zelfs muffig kan zijn, als je je realiseert dat onze buitenwereld complexer is, ambiguer, meervoudiger, harder ook. 

Radicale decentralisatie in een waardenvolle school. Dat is ons perspectief.

Over de auteur

Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.