Menu
English

Ontmoeting 125 | Traantje wegpinken, draai om de oren én betrapt met roken

Tweewekelijkse blog van Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur

Veel dingen in het leven zijn vaak een kwestie van timing. Het gaat niet alleen om het feit, de mening, de interventie als zodanig, minstens zo belangrijk is vaak het moment waarop het feit zich voordoet, de mening geventileerd wordt, de interventie uitgevoerd.

Dat maakt mijn geliefde sport, het wielrennen, vaak zo mooi. Op de flanken van de Alpen of Dolomieten komt die aanval. Dat staat vast. Maar wanneer, op welk moment? Dat maakt het spannend en maakt het verschil tussen winnen en verliezen. Te vroeg leidt tot verzuring, te laat tot te weinig winst voor het Geel of Roze.

Een paar jaar geleden kwam Wouter Hart perfect getimed met een mooi boekje ‘Verdraaide organisaties’. Hij gaf daarmee woorden aan iets dat in de lucht hing, een gevoel van ongemak, analyses waar andere concepten op geplakt waren. Veel organisaties hebben last van het feit dat ‘de bedoeling’ in de verdrukking is geraakt, door de invasie van de systeemwereld. Een systeemwereld die eigenlijk aangestuurd hoort te worden door de bedoeling.

Verantwoordingsplicht in de zorg verhindert dat wijkverpleegkundigen een praatje kunnen maken met meneer of mevrouw. Docenten verliezen hun eigenheid omdat de methode dwingend is. Agenten vangen geen boeven meer omdat ze formulieren aan het invullen zijn. Breed gevoeld ongemak kreeg een taal en een perspectief: de bedoeling zou weer voorop gaan staan.

Woensdag 9 januari: docent van het jaar ‘pinkt traantje weg’

Een groep mensen is op weg naar een collegezaal, studenten, docenten, mensen uit de medezeggenschapsraad, een enkele fotograaf, bestuurder, de directeur. De collegezaal is een klassieke: behoorlijk van omvang, oplopend, inklapbare tafeltjes, studenten met uitgeklapte laptops en een groot scherm. Voor dat scherm staat een verzorgd geklede zestiger, klaar om met zijn college te beginnen. Op een scherm staat heel groot: INK Kwaliteitskader. Studenten Technische Bedrijfskunde worden ingewijd in de systeemwereld. Maar dat is niet de reden dat de groep mensen de orde verstoort, het college ontregelt, het systeem van de dag tot stilstand brengt. Het gaat om de man die op het punt staat zijn kennis over te brengen.

Topperttt

Martin van Haastrecht, zo heet de man, is voorgedragen door zijn eigen studenten om docent van het jaar te worden van onze hogeschool. En de studenten van de Centrale Medezeggenschap hebben hem uitgekozen uit 296 voordrachten van studenten en het gezelschap komt hem de daarbij passende beker brengen. Waarom? Omdat Martin “zich inzet voor elke student, veel kennis heeft en die goed weet over te brengen, begrip toont, studenten helpt, altijd tijd voor je vrijmaakt, lesgeeft met passie”. Waarom? Een van de studenten vat het op zijn Rotterdams samen: “Martin is een topperttt”. Met zo’n lange, beetje vochtige t…

Mocht nog iemand op zoek zijn naar wat nou ook al weer de bedoeling is. Dit dus.

Donderdag 10 januari: “Je moet op dat moment reageren en je weet nooit of je het juiste doet”

Ellen Klatter, lector bij Hogeschool Rotterdam, citeert het gelijknamige boek van Wouter Pols. Ze doet dat op een druilerige avond in Driebergen, in een grote, prachtige, arena-achtige zaal op het Landgoed de Horst, te gast bij het Nivoz. Het boek – én haar lezing – gaan over het pedagogische vakmanschap van het herkennen van dat moment dat betekenisvol en beslissend kan zijn in het leren en leven van een leerling of student. Pedagogisch vakmanschap heeft iets ongrijpbaars, in die zin dat het moeilijk in schema’s of protocollen te pakken is. Goede docenten zeggen dan “je moet het aanvoelen”, leerlingen drukken het uit door te spreken over “ik voelde me gezien”. En hoewel het ongrijpbaar is, kan het wel zichtbaar worden. Door pedagogische momenten te expliciteren, te delen met collega’s, er diepgaand over te reflecteren, leer je te zien en begrijpen wat jouw handelen in de klas drijft en welke waarden je feitelijk voorleeft.

Pedagogiek

Het pleidooi van Ellen is een lofzang op de pedagogiek en zij deelt met het in grote getalen aanwezige publiek van studenten, docenten en schoolleiders, haar zorg dat de gebruikelijke ontwerp- en afrekenmechanismen vaak geen plek inruimen voor die o zo belangrijke pedagogische reflectie, waardoor het handelen betekenis krijgt. Juist daarmee komt de eigenheid van de persoon - student én docent - tevoorschijn. Oftewel de subjectivering, zoals Biesta het noemt. We hebben het vaak over curricula en didactiek, rekenen af op cognitie. En missen dan mogelijk de vorming als persoon, de normatieve kant van het onderwijs waarbij een voorval waarin de docent direct moet ingrijpen betekenis krijgt en richting geeft voor die individuele student of leerling. Het geeft richting aan de manier waarop we willen samenleven. Ellen spreekt van een waterscheiding (zie ook de sheet 'waterspiegel' in de lezing van Ellen op de site van Nivoz) tussen de onderwijskunde en de pedagogiek; en het altijd aanwezige risico dat het meetbare uiteindelijk belangrijker gevonden wordt dan het ongrijpbare.

Een draai om de oren

Ik ben uitgenodigd om te reflecteren op haar lezing. Ik open met mijn eigen ‘pedagogisch moment’ van de draai om de oren van mijn vader, toen ik al te triomfantelijk keek terwijl hij de koster van onze kerk aansprak op het feit dat die zijn zoon wel mocht aanspreken als die zich in de kerk misdroeg, maar hem niet een schop onder zijn kont moest geven… Goeie timing van mijn vader, die nooit meer gebruik heeft hoeven maken van een corrigerende tik.


foto's: Ted van Aanholt

We moeten het meer over de school hebben

Kern van mijn reflectie is een erkenning van die spanningsvolle relatie tussen de bedoeling en het systeem. Een spanning die eerder toe- dan afneemt. We leven immers in een tijd die soms wat verwarrend is, niet bepaald gekenmerkt wordt door ‘trust’, waar vaak op gereageerd wordt door zekerheid te zoeken in een verdere verfijning van het systeem. De verbindende schakel tussen die microwereld van de relatie docent - student en de systeemwereld, moet de school zijn. De school, die met een visie en een opvatting, onder leiding van moedige directeuren, de intimiteit en kansrijkheid van die relatie beschermt – en soms afschermt – tegen de rauwheid, eenvormigheid en soms ook vluchtigheid van de systeemwereld.

Het dorp in de stad

Dat is niet gemakkelijk. Ik vat het als volgt samen: “De systeemdynamiek van nu duwt ons steeds verder af van de pedagogiek, terwijl de tragiek nu juist is dat de oplossingen voor de problemen van deze moderne tijd gelegen zijn in die pedagogiek”. Dus hebben we scholen nodig die méér doen dan de eisen van de buitenwereld klakkeloos doorgeven, die dat koppelen aan een eigen visie; scholen waarin leidinggevenden niet bang zijn en vertrouwen durven te hebben in hun docenten, in gesprek durven gaan met docenten over wat nu precies de bedoeling is.

Niet om hen dat op te leggen, maar om hen uit te nodigen zelf een normativiteit te ontwikkelen in woord én daad. Scholen moeten het dorp in de stad zijn, waar een veilig pedagogisch-didactisch klimaat gecreëerd wordt en docenten de moed en de tijd hebben om hun pedagogische momenten te exploreren, in de wetenschap dat dat best spannend maar vooral leerzaam kan zijn.

Vrijdag 18 januari: betrapt met roken

Ik wandel met de nieuwe voorzitter van de Vereniging Hogescholen, Maurice Limmen, bij ons op werkbezoek, door een van onze panden en we raken aan de praat met twee van onze beveiligers. Ze vertellen een grappig verhaal van studenten die een plekje zochten om even snel te roken, terwijl dat nergens meer mag bij ons. Ze waanden zich onbespied op onze parkeerplaats. Slechte plek, slechte timing, want ze hadden niet gezien dat een van de chauffeurs net de auto uit wilde parkeren en de beveiligers er aan kwamen. Klem van twee kanten.

“Wat we dan doen? Gewoon, gesprek aan gaan, uitleggen wat wel en wat niet kan en vriendelijk vragen het niet meer te doen. Werkt bijna altijd het beste. Deze kwam wel aan. Ze waren duidelijk geschrokken, een auto die plotseling begon te rijden en twee beveiligers die ineens naast je staan… Toeval. Maar dat vergeten ze niet meer.” Pedagogiek in woord en daad.

Over de auteur

Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.